Ik-vorm tegenwoordige tijd 2

Vul de juiste vorm in op de stippellijn.

bij de ik-vorm schrijf je alleen de stam

  • 1 Ik (winkelen)
  • 2 Ik (wandelen)
  • 3 Ik (rennen)
  • 4 Ik (vergaderen)
  • 5 Ik (doen)
  • 6 Ik (fluiten)
  • 7 Ik (voetballen)
  • 8 Ik (overleggen)
  • 9 Ik (koken)
  • 10 Ik (breken)
Sluiten

© Copyright Taalsite.nl Alle rechten voorbehouden.